top of page

2013 : WILD VLEES

Boon heeft in zijn boeken heel wat personages tot leven geroepen. Allemaal hebben ze hun eigen hoekjes en kantjes en weten ze vaak geen blijf met zichzelf. Bijna 101 jaar na zijn geboorte lieten Yves De Pauw (tekst en regie), Caroline D’Haese (dans) en MOTEK (muziek) zich door zijn schrijfsels en beelden inspireren om Boon en zijn  personages op de planken te zetten in een nieuwe tekst.

 

Acht acteurs vertellen het verhaal van een schrijver die als documentairemaker het leven in een vergeten straat in beeld wil brengen. Hij wordt vrijwel direct door de bewoners als de verlosser aanzien en komt terecht in een nijdige strijd om zijn aandacht. Slechts één personage, de jonge Rosa, weet hem echt te interesseren. Als de interesse omslaat in verlangen, is zijn ondergang nabij.

 

WILD VLEES is een fysieke theatervoorstelling die je meeneemt in de zoektocht van een schrijver die probeert zijn realiteit te herschrijven.

Deze voorstelling werd gecreëerd i.s.m. CC De Werf in Aalst en was de afsluitende voorstelling van het Boonjaar.

Tekst en regie : Yves De Pauw

Verhaal en choreografie : Caroline D'Haese

Muziek : MOTEK

Acteurs : Steven De Leeneer, Bob Van Impe, Sara Claes, Haike D'Haese, Evi Tciacuc, Sofie Van der Perre, Lieselotte Cammerman, Io Cooman

Decor : Jean-Pierre De Saedeleir

Foto's : Tim De Backer

Regie-assistentie : Katrien Hendrickx

Productieleiding : Jozefien Goedgezelschap

Productie : Toneelatelier Aalst, CC De Werf Aalst

Benjamien Van Tourhout over het stuk in zijn verslag voor de selectie voor het Landjuweel 2013,

in november 2013 speelde WILD VLEES in het NTG in Gent :


Het stuk is los gebaseerd op figuren, situaties en dus op de fascinaties van Boon.

Het speelt zich af in een straat, een fictieve straat met een eigen microkosmos (in taal, vorm en interactie). In die straat arriveert een man, een journalist, die alles ondersteboven zal halen. De bewoners zien in de man een ‘ticket to paradise’. Hij zal hen hieruit kunnen halen of althans voor even de ellende doen vergeten.

De figuren van de straat concurreren voor zijn aandacht en zijn niet te beroerd hiervoor alles in de strijd te gooien (hun lijf, hun hart en hun gedachten).

De journalist, eerst schuchter maar daarna steeds fanatieker, laat zich die aandacht welgevallen. De lijn tussen buitenstaander en opgenomen worden in de ‘stam’ komt meer en meer onder druk te staan en wordt bijgevolg steeds dunner. Op het einde blijkt de journalist een pedofiele vader die contact zoekt met zijn ex-vrouw en op zijn eigen manier op zoek blijkt naar vergeving.

 

De Pauw schrijft een antwoord op Boon en slaagt daar wonderwel in. Met motieven in tekst en dramaturgie ontrafelt hij de figuren en hun bestaansreden. De figuren van de straat gebruiken de ‘journalist’ en omgekeerd duikt de buitenstaander zo dieper in hun leven. De grenzen van het fatsoen en de vertrouwelijkheid worden ten volle overschreden.

De regie is consequent, ruw en esthetisch. De figuren spelen op verschillende niveaus: live, live on video en recorded video. Deze ingreep maakt deze figuren bigger than life en is een slim dramaturgisch middel om tot meer vertelling te komen.
Daarnaast slaagt de regie erin een microkosmos te bouwen met zijn eigen wetmatigheden die vragen naar waarheid en logica overboord gooien. Straf.
De verwijzingen naar Boon zijn zo subtiel dat dit stuk op zichzelf bestaat en dus veel meer is dan een eerbetoon of een hedendaagse versie van Boon.
Dat het stuk, ondanks de archetypes, geen commentaar of parodie wordt is een verdienste van de regie en de ploeg. Er is een uitvergroting die pijn realiseert en boven de uitlachmodus springt (maar daarom niet minder geestig kan zijn).

Daarnaast is het fysieke werk van belang, zowel in spel als dansant. De dans ligt buiten de comfortzone van de spelers maar klopt binnen het verhaal (al kan over de techniek van dans gediscuteerd worden).

De Pauw zocht naar manieren om een oeroud verhaal van de indringer in een gesloten gemeenschap te vertellen en slaagt daarin door een nieuwe wereld te bouwen die meer is dan een schets van een soort mensen.


TAL speelt goed, nu en in het verleden.

Ook nu weer wordt het stuk en de regisseur verwend door zijn spelers. Met authenticiteit, kracht en esthetiek slagen ze erin de beoogde wereld van een hart te voorzien.

Misschien speelt niet iedereen even intens en zit er bij sommigen nog wat rek op, de algemene spelkwaliteit is groot genoeg om de pejoratieven rond een amateurvoorstelling makkelijk te overstijgen.

De taal is een mix van dialect, halfslachtig Nederlands. Dat bekt misschien makkelijk maar geeft ook een unieke kleur en plaatst het stuk in een onbestemde wereld.

bottom of page